maandag 4 februari 2008

Titel interieurarchitect

Sinds enkele jaren wordt er door verschillende beroepsvereniging een titel en of beroepsbescherming aangevraagd voor intellectuele beroepen. Interieurarchitectuur is ook zo'n beroep en het begint er op te lijken dat zo'n titel bescherming in aantocht is. De vraag is natuurlijk of dit wel noodzakelijk is. Een titelbescherming kan zo zijn voordelen hebben: onbekwamen worden immers geweerd uit de interieurmarkt en kunnen zich dan de titel interieurarchitect niet meer aanmeten. Toch mogen we ook niet vergeten dat iedere bescherming, al dan niet noodzakelijk, bepaalde keuzemogelijkheden ontneemt. Zo kunnen we verwijzen naar de orde van architecten en de zeer beperkende maatregelen die daar worden opgelegd. Dit jaar studeer ik af als interieurarchitect en dus vroeg ik mij af of ik zo'n titelbescherming wel noodzakelijk vindt. Mijn antwoord daarop is neen of toch onder sterk voorbehoud en dat omwille van verschillende redenen.

Eerste reden: het feit dat je een zekere mate van bewegingsvrijheid kwijtspeelt wanneer een beroepsvereniging je taken en je beroep gaat omschrijven in de vorm van een titel. Op die manier kan je jezelf niet ontplooien, worden je functies afgebakend (het typische hokjesdenken) en kan je jezelf niet meer profileren naar de buitenomgeving toe als een veelzijdig vakman, aangezien je titel bepaalt welke taak jij hebt. De opleiding tot interieurarchitect kent sowieso al een veel te strak leerprogramma, wanneer je beroep ook diezelfde strakke regels kent, bestaat het probleem van een algemene nivellering waarin individuele initiatieven en kwaliteiten niet worden gewaardeerd. Geen enkele overheid moet voor het individu uitmaken welke taak hij moet uitvoeren, daarom pleit ik ook voor een zekere flexibiliteit van zowel opleidingen tot, als flexibiliteit van de beroepen zelfs.

Tweede reden: natuurlijk maar aanvullend van aard, maar het is ontegensprekelijk dat wanneer bepaalde mensen een titel wordt aangemeten, ze zichzelf nauwelijks meer in vraag stellen met betrekking tot het beroep waarvoor ze die titel hebben bekomen. Ook stelt de buitenomgeving de kwaliteiten van de desbetreffende titelvoerende persoon niet meer in vraag. Zo ontstaat een kwaliteitsverlies, aangezien degene met de titel zich niet genoodzaakt voelt zijn competenties te etaleren, zijn status is immers al bepaald door het bordje aan zijn voordeur.

Derde reden: een titelbescherming zal nooit of te nimmer een kwaliteitsverhoging inhouden wanneer de opleiding tot interieurarchitect de taak niet op zich neemt om kwalitatief te zijn. Wanneer kan gesproken worden van een kwalitatieve opleiding, nu zeker niet het geval, zullen consumenten het diploma als kwaliteitsattest kunnen aannemen in plaats van een nietszeggende titel. Daarom zie ik het nut niet in van een titelbescherming en al zeker niet van een beroepsbescherming; de problemen situeren zich immers binnen de opleidingen en de kwaliteit van het diploma interieurarchitectuur.

Geen opmerkingen: