donderdag 13 december 2007

We, The Pencil


We, the pencil is een werk voor de meer beeldende kunst gerichte opdracht: crossingpoints. De bedoeling was om vanuit een knooppunt, in mijn geval de bank, een beeldende interpretatie te maken. De tekening die je hierboven ziet is een tussenontwerp en de tekst hieronder een, weliswaar snel geschreven, ontwerpnota.

De bank is een gegeven dat zo alomtegenwoordig is dat het bij de meeste mensen nog weinig indruk opwekt. Iedereen is vertrouwd met het afhalen van geld aan de bankautomaten, het openen van rekeningen en alle andere zaken die men in de bank kan uitvoeren. Deze vertrouwdheid spruit voort uit de eenvoudige opzet en het eenvoudige programma van de bank als instelling. Geld afhalen bvb is zo’n alledaagse handeling geworden omdat het systeem dat erachter zit zo logisch is. Alles gaat zeer snel en zonder veel tussenstappen zodat mensen als het ware in een 10 tal seconden bediend worden. Echter; achter alles in de bank dat voor mensen zeer simpel lijkt schuilt een zekere complexiteit. Mensen zijn zich bvb niet bewust van het netwerk van elektronisch handelsverkeer dat als het ware boven hun hoofd hangt. Hun eigenste individuele actie is maar een klein onderdeel van dit overkoepelende netwerk waar alle banken en alle landen ter wereld bij betrokken zijn. Als individu speel je zo een, weliswaar beperkte, rol op internationaal niveau maar tergelijkertijd ook op andere individuen die ver verwijderd zijn van jezelf. Hoe komt het dat de mens zich daarvan niet bewust is? Wel daar zijn veel redenen voor, maar de drie belangrijkste zijn de volgende: (1) door nieuwe technologie die de snelheid en de omvang van het netwerk vergroten wordt het als het ware onvatbaar voor het individu. (2) het netwerk is niet meer enkel lokaal maar verspreid zich op internationaal niveau. Voor natiestaten een groot complex probleem, dat leert ons de Bangkokcrisis van 97’ of de laatste beurscrisis met de Amerikaanse hypotheken. Laat staan dat het individu dat alles nog begrijpt als natiestaten en bankinstellingen het overzicht verliezen. (3) de mens is niet geneigd de informatie achter zijn individuele handeling te verkrijgen omdat hij deze niet nodig heeft om zijn doel te bereiken. Mens wil bvb interest en opent daarvoor een rekening, of wil vlug geld en loopt daarvoor naar een bankautomaat.

Het onbewust handelen warover we in deze situatie kunnen spreken heeft bepaalde consequenties. Sommige daarvan zijn negatief (Fortis investeert bvb door middel van individueel ingebracht kapitaal in de dictatuur van Birma) maar de meeste zijn positief. Met zijn bankhandelingen investeert het individu immers door middel van de bank in bepaalde bedrijven waardoor andere individuen kunnen werken en zo optimaal kunnen leven. Het hele netwerk van elektonisch handelsverkeer stimuleert de mondiale economie op een doeltreffende manier. We kunnen hier verwijzen naar het systeem van de beurs en de aandeelhouders dat dezelfde uitwerking bezit. Dat het individu zich daar niet van bewust is, ligt eigenlijk gewoon voor de hand. Zijn individuele handeling was immers in hoofdzaak ondernomen uit individuele stimulansen en uit eigenbelang en niet voor een of ander publiekelijk doel of belang. Is dit een slechte ingesteldheid? Neen, want door aan zijn eigenbelang te denken speelt hij positief in op het publiekelijk belang.

Velen zullen nu denken dat deze bankhandeling één van de weinige zaken is die worden ondernomen vanuit eigenbelang. Deze zienswijze is natuurlijk zeer gemakkelijk op te bouwen aangezien geen enkel systeem zo complex is als dat van het elektronisch handelsverkeer en het individu zo eigenlijk verplicht wordt om zich hierin enkel te begeven vanuit eigenbelang. Dat is echter niet correct; er zijn namelijk anderen die beweren dat bijna alles wat we uitvoeren of doen, zelfs de simpelste zaken, handelingen zijn uit eigenbelang. Degenen die dit beweren stellen zelfs dat we door deze individuele handelingen dagdagelijks uit te voeren we op net dezelfde wijze als bij het elektronisch handelsverkeer de publieke zaak dienen. Adam Smith, 18de eeuws schots econoom was van mening dat een mens zich slechts door eigenbelang laat leiden; hij wordt door een onzichtbare hand geleid iets na te streven dat buiten zijn bedoelingen ligt. Met volgend voorbeeld illustreerde hij zijn theorie: ‘Het is niet vanwege de goedheid van de slager, de brouwer of debakker dat wij ons eten verwachten, maar vanwege hun eigenbelang’. Op dezelfde manier als het individu zijn transactie gaat ondernemen in de bank, bakt de bakker zijn brood. Hij doet dit voornamelijk uit individueel belang: hij wil er immers geld mee verdienen of wil zijn capaciteiten verhogen. Het bijkomend feit dat anderen hun maag op die manier kunnen vullen is iets wat de bakker maar matig interreseert en waar hij zich in hoofdzaak zelfs niet bewust van is. De bakker, de beenhouwer en elke andere arbeider dienen zo het publiekelijk belang door hun eigen motivatie om winst te maken, om hun capaciteiten te verhogen of gewoon omdat ze vreugde scheppen uit hun werk. Adam Smith verklaart dus dat de mens zich op die manier laat leiden door een onzichtbare hand om een publiekelijk doel te bevorderen dat nooit zijn bedoeling was. Heel de huidige maatschappij is doorweven van deze individuele stimulansen die het publiekelijk belang dienen. Wat echter opmerkelijk is, is dat al deze handelingen onbewust zijn als we het vanuit individueel standpunt bekijken. Dat bewijst Milton Friedman, Amerikaans econoom, wanneer hij één van de meest alomtegenwoordige voorwerpen die er bestaan, het potlood, in een ander daglicht zet: ‘Niemand van de duizenden personen die betrokken zijn bij het produceren van het potlood voerde zijn taak uit omdat hij een potlood wilde. Sommigen van hen hadden nooit een potlood gezien, en zouden niet weten waar zo’n ding voor dient. Iedereen zag zijn bijdrage als een manier om de goederen en diensten te verkrijgen die hij wilde; goederen en diensten die wij op onze beurt weer produceerden om
juist het potlood te verkrijgen dat wij wilden hebben’ De mensen die mee helpen het potlood produceren zijn zich niet bewust dat het eindproduct kinderen helpt bij hun schoolwerk, schrijvers grote verhalen laat schrijven of kunstenaars ettelijk werken laat maken. Sommigen die in het productieproces van het potlood worden ingeschakeld weten zelfs niet eens wat het eindproduct is.

I, pencil is een legendarisch werk van Leonard Read dat het verhaal vertelt van een potlood dat verduidelijkt waar zijn voorgangers vandaan komen. Deze voorgangers: van de zaag die de boom voor het cederhout neermaait of de kapitein van het schip dat de grafiet vervoert tot degene die de machine bestuurt om het ribbeltje in het stukje metaal te maken, vormen een complex systeem waarin geen enkele planner het overzicht bewaart. Met dit essay zou Read volgens velen het kapitalisme willen verheerlijken en de overheidsplanning bekritiseren maar in werkelijkheid beschrijft hij gewoon de eigenlijke realiteit. En deze realiteit is de volgende: het kapitalisme is op z’on manier in onze maatschappij verweven dat het onmogelijk is het nog op te heffen. Dat zou ook gewoon absurd zijn aangezien het systeem daadwerkelijk getoond heeft het gedrag van de mens eigen te zijn. Mensen zullen zich immers niet opofferen uitsluitend voor het publiekelijk belang, maar zijn individuele wezens die vooral handelen uit eigenbelang. Het kapitalisme stimuleert dat individuele gedrag en daarmee ook de creativiteit. De bank kan dan ook beschouwd worden als symbool voor dit systeem. Het netwerk van elektronisch handelsverkeer is namelijk wederkerig: enerzijds bereikt het individu door zijn transactie zijn beoogde doel: interest verkrijgen, anderzijds wordt zo geinvesteerd in bedrijven waardoor anderen werk krijgen. Bewezen is dat dat tweede aspect van groot belang is; investeringen vanuit banken helpen vooral minder begoede mensen aan werk en stimuleren de economie van minder ontwikkelde landen. Het is zelfs zo dat landen die hun markten niet openzetten voor deze investeringen ver achterop lopen, zoals in Noord Korea het geval is.

We the pencil is een samensmelting van I, pencil van Leonard Read en We the living van Ayn Rand. Het eerste essay toont aan dat onbewust handelen uit eigen belang publiekelijke consequenties heeft. Het tweede boek maakt ons duidelijk dat we onze identiteit kunnen opbouwen vanuit onze eigen individuele handelingen en niet vanuit een of andere overkoepelende ideologie. We the pencil toont ons een potlood dat wordt opgeist door verschillende individuen. Het werk wil vooral de verbeelding aanspreken: zijn degenen die het potlood zogezegd opeisen degenen die het produceerden of degenen die het zullen gebruiken? Dit alles doet er eigenlijk in hoofdzaak niet toe, aangezien onze samenleving gestuurd is door individuele interacties en iemand iets enkel gebruikt omdat hij het rechtmatig gekocht heeft maar niet kan opeisen omdat het voortkomt uit interacties met en tussen andere mensen. Het potlood is een wonder: het toont ons hoe de samenleving zelfregulerend is zonder inbreng van overkoepelende organisaties. Wij mensen voeren onze eigen handelingen uit en vormen zo een gemeenschap die in staat is de producten te verwezenlijken waar we naar verlangen. We the pencil is niet enkel een verwijzing naar de mogelijkheden van het individu, maar ook een aanklacht naar ideologieen die die mogelijkheden niet willen erkennen. Filosofen zoals Marx beweerden dat het kapitalisme mensen zou vervreemden van hun werk. Niets is echter minder waar aangezien het potlood ons toont dat de meesten niet zonodig moeten weten wat hun werk zal verwezenlijken zolang ze er maar respect kunnen mee opbouwen. We the pencil toont dan ook de mogelijke verwrongenheid van een anti-individuele maatschappij: duizenden zouden het potlood opeisen als hun eigendom tot niemand nog de noodzaak ziet om er één te maken.
We the pencil toont de bezoekers van de bank het wonder dat is gelegen in alledaagse handelingen en voorwerpen. Het bankautomaat gebruiken en het geld dat men zo in handen krijgt zijn daar maar enkele voorbeelden van. Deze alledaagse handelingen kunnen op het eerste zicht zeer simpel overkomen maar ze herbergen veel meer dan dat: ze herbergen de kracht van het individu.


Geen opmerkingen: