donderdag 3 januari 2008

Een (eco)logische omwenteling

Oude gewoonten + nieuwe technologie = onvoorspelbare gevolgen. Deze stelling omsluit een recentere evolutie die onze samenleving zo kwetsbaar maakt voor omvangrijke problemen zoals de opwarming van de aarde. Wanneer we merken dat de publieke opinie terecht positief reageert op nieuwe technologieën (die meestal ook meer Co² uitstoten), moet diezelfde opinie zich de vraag stellen of we die nieuwe gegevens kunnen blijven combineren met onze traditionele gewoonten. Het is immers net zo’n eenzijdig beperkte visie dat een draagvlak creëert voor politieke onverschilligheid omtrent dit thema. Wanneer de publieke opinie immers de noodzaak van een andere aanpak niet opmerkt verkrijgt de overheid niet de politieke stimulansen om iets te ondernemen. Daarom dat zo’n omvangrijk probleem een nieuwe aanpak vraagt, zeg maar een omwenteling binnen het politieke landschap. Daarin is de rol van het liberalisme groot aangezien het de enige ideologie is die het te overtuigen individu als uitgangspunt neemt en tevens de meest progressieve denkrichting hanteert.

Dat het liberalisme collectieve goederen als het milieu niet hoog in het vaandel zouden dragen, is een fabeltje dat met groot jolijt wordt verspreid door verschillende niet liberale instanties. Zelfs Adam Smith, toch algemeen beschouwd als de grondlegger van het klassiek liberalisme, waarschuwde ons al voor verkwisters en oplichters die door het puur najagen van privé voordeel een zeker maatschappelijk verlies in de hand werken. Een individu mag nooit sterk aanspraak maken op een goed als dat leidt tot een collectief verlies dat indirect negatieve gevolgen betekent voor andere individuen. In die zin is een omvangrijke verloedering van het milieu een misbruik waarbinnen consequente liberalen genoodzaakt zijn om in te grijpen. Sterker nog, ze hebben er alle baat bij om dit ook te doen aangezien ze zo gelijke kansen afdwingen in de tijd. Want wie de hedendaagse evolutie analyseert merkt dat volgende generaties niet over dezelfde kansen zullen kunnen beschikken als wijzelf als we niet vlug tot actie overgaan. Echter ook nu op dit eigenste moment zien we dat door onze vervuilende gewoonten mensen in andere streken kansen worden ontnomen. Voorbeelden hiervan zijn drinkwatertekorten in Afrika en overstromingen in Azië waardoor verschillende gebieden zich economisch niet kunnen ontplooien, wat een directe decimering van de mogelijkheden van de inwoners inhoudt. Aangezien verschillende klimaatrapporten nog grotere gevolgen voorspellen kunnen we niet onverschillig blijven ten opzichte van de situatie van deze mensen.Wanneer we te lang wachten om evoluties als deze aan te pakken kan het zich voordoen dat de situatie zo erg gesteld is dat verschillende vormen van dwingend recht nodig zijn om oplossing te bieden. Dwingend recht is een gegeven waar liberalen argwanend tegenover staan; specifieke geboden die de mogelijkheden van individuen beperken brengen namelijk de individuele zelfontplooiing in gedrang. Het is dus in ieders belang om zo’n omstandigheden ten stelligste te vermijden.

De kracht van het individu

Verschillende traditioneel linkse groeperingen zien voor bijna ieder beleidsaspect een grote rol liggen voor overheidsingrepen. Ook binnen het klimaatprobleem staan ze erop deze aanpak te hanteren, wat meestal resulteert in vanuit liberale ogen ondoordachte voorstellen zoals gratis openbaar vervoer, meer belastingen en ernstige beperkingen op marktransacties. Of deze ingrijpen wel of niet efficiënt zijn laten we in het midden. Toch kunnen we er niet omheen dat een beleid gefundeerd met zo’n basis een surreële toestand creëert waarin inwoners niet weten waarom bepaalde maatregelen worden genomen. Ook ligt het voor de hand dat zo’n beleid na een zekere tijd afgestraft zal worden doordat de maatregelen te drastisch zijn en ze te sterk de mogelijkheden van de betrokkenen beperken. Wanneer we een beleid niet vanuit overheidsingrijpen opbouwen maar vanuit het individu, hebben we meer kans op slagen en dat omwille van twee redenen: (1) Ieder individu is een belangrijke schakel binnen de publieke opinie. Deze speelt een grote rol bij het wel of niet goedkeuren van een ecologisch beleid. (2) Het individu is een belangrijke actor binnen het economische stelsel en kan dus ook in grote mate deze markt beïnvloeden gestuurd door zijn eigen idealen.

Het is dus vooral belangrijk dat niet de overheid maar de mensen zelf hun verantwoordelijkheid nemen. Dat kan alleen als ze enerzijds over de nodige correcte informatie beschikken zodat ze de situatie goed kunnen inschatten en anderzijds ze ook daadwerkelijk worden gestimuleerd om tot actie over te gaan.

Sensibilisatie en stimulatie

‘Een niet gemarginaliseerde openbare discussie over milieuzaken op basis van informatie is wellicht niet alleen goed voor het milieu, maar zou ook wel eens belangrijk kunnen zijn voor de gezondheid en het functioneren van het democratische systeem zelf’

Nobelprijswinnaar Amartya Sen ziet een grote rol weggelegd voor openbare discussie en een correcte en uitgebreide informatieverstrekking binnen een democratisch systeem. Het is meer dan noodzakelijk dat het individu wordt ingelicht over de omstandigheden en bijgevolg ook goed weet wat zijn rol in deze is. Het lijkt efficiënter om hiervoor te steunen op menselijke communicatie in tegenstelling tot ambitieuze maar gemakkelijker weg te wuiven wetenschappelijke infocampagnes. Een soort van milieuconsulent zou samen met mensen rond de tafel kunnen gaan zitten, hen inlichten omtrent milieuproblemen en samen met hen tot aanpak overgaan. Daarnaast kan hij bij grote projecten (bvb verbouwingen) een adviserende rol uitoefenen. Verder kan men met behulp van het onderwijs kinderen stimuleren om na te denken over het probleem door middel van ecologische stages, bosklassen, milieudagen of gewoon door het thema te integreren in biologielessen. Sommige partijen zoals studenten architectuur, industrieel ontwerper en zelfs economie vragen echter een meer gerichte aanpak. Zo kunnen we deze partijen specifiek benaderen door hen tijdens praktische opdrachten te wijzen op de ecologische impact van hun beslissingen.

In het verleden zijn op verschillende niveaus beleidsopties genomen in functie van het milieu. Sommige van deze opties waren en zijn niet zo efficiënt omdat ze de betrokken partijen niet of niet voldoende stimuleren. Richtlijnen zoals deze voor Co² uitstoot door de Europese unie of de wet die het K-peil van een woning bepaalt zijn te sterk afgelijnd en bieden geen mogelijkheid tot bredere interpretatie. Individuen, organisaties of landen zien zich wel genoodzaakt om deze regels correct na te leven maar tot meer worden ze niet gestimuleerd. Ook ludieke acties zoals dikketruiendag of nacht van de duisternis belichten het thema op een negatieve manier. Op deze manier leren we de mensen dat een inspanning voor het milieu gepaard zou gaan met een verlies van comfort.

In tegenstelling tot wat vele instanties beweren ligt er voor het liberalisme wél een belangrijke, al dan niet de belangrijkste, taak weggelegd bij de aanpak van het klimaatprobleem.Wanneer we immers oorzaak en gevolgen analyseren wordt duidelijk dat ook vanuit een liberaal gedachtegoed een bepaalde vorm van ingrijpen onafwendbaar is. Dat liberalen bij hun beleidskeuzes voornamelijk vertrekken vanuit het individu en veel belang hechten aan openbare discussie vormt hierin geen nadeel maar juist een groot voordeel. Dat alleen linkse instanties de ecologische waarheid in pacht zouden hebben is dan ook onwaarschijnlijk en oncorrect. Wat we wél nodig hebben binnen dit thema is een politieke omwenteling die een mentaliteitswijziging in de hand werkt. Niet overheidsingrijpen zal uitsluitsel bieden maar eerder een publieke opinie die zijn verantwoordelijkheid opneemt.


Geen opmerkingen: