maandag 21 januari 2008

Tweederangshuizen

Ayn Rand’s filosofie leert ons dat de meerderheid van de mensen uit de huidige samenleving in feite tweederangsmensen zijn. Dit omdat ze leven voor anderen, bvb door een status te creëren ten opzichte van andere mensen, en daarvoor hun eigen individuele voorwaarden verloochenen. Wel naast de tweederangsmensen bestaan er ook hun huizen: de tweederangshuizen. Uit Bart verschaffel zijn tekst, die ik moet blokken voor mijn examens, leer ik wat ik al langer wist, namelijk dat huizen vooral opgebouwd worden als representatie naar de buitenomgeving en dus naar anderen toe. Ga maar na: de meeste huizen in Vlaanderen krijgen een statige voorgevel, een kostelijke voordeur en een riante onvangstruimte mee. Ruimtes en decoratie-elementjes die meestal het gehele budget opslurpen, maar binnen het dagelijkse leven door de bewoners niet gebruikt worden. Neen; ze zijn gebouwd en geplaatst voor het ontvangen van bezoek en om op die manier te kunnen pronken met wat men bezit. Het is de schone tafel, die nog in de meeste huizen aanwezig is, waar de gasten ontvangen worden, waar de mooie schilderijen en foto’s worden opgehangen en waar het mooie servies wordt uitgestald. Dit alles is niet voor de ogen van de eigenlijke bewoners van het huis want deze eten meestal in de goedkopere keukenruimte en leven in het minder riante achterhuis. De representatieruimte is dus bijna nutteloos want nooit gebruikt. Toch moet zij ook onderhouden worden door de huisvrouw, wat weer heel wat werkuren kost. Raar, dat men nog altijd niet van dit concept is afgestapt. Men investeert liever in ruimtes die gebruikt worden als representatie naar anderen, terwijl men dan nog eens daarvoor bespaart op zaken waar men zelf nut en comfort van ontvangt. Zo investeren mensen amper in hun eigen slaapkamer en bijhorend bed: een plaats waar ze toch 1/3 van hun leven verblijven. (de meeste mensen krijgen te maken met slaaploosheid door slapen op een goedkope matras)

Deze strategie gaat echter nog veel verder dan je zou denken. Wanneer je huis immers ingenomen wordt door bezoekers is het helemaal niet meer van jou: er wordt dan immers ander eten geserveerd dat gepast is voor deze bezoekers, er moeten andere, soms ongemakkelijke, kleren worden gedragen (zo mag ik mijn sletsen niet aanhouden als er bezoek is) en je gedrag moet worden aangepast (beleefd zijn, kinderen moeten zwijgen, enz…) Wanneer gaan mensen en architecten nu eens doorhebben dat een huis een eigen individuele ruimte is die moet opgebouwd worden vanuit je individuele voorwaarden (bvb naar comfort) en waar je eigen regels gelden. Mensen moeten zich toch niet aanpassen in hun eigen woning of moeten toch hun eigen woning niet aanpassen naar de gevraagde maatschappelijke standaarden. Stap toch eens af van deze komedie…

Geen opmerkingen: